Pioniers

Pioniers is een roman over een vrouw, een man, een hond en twee kinderen. Ze vieren hun verjaardag, gaan op reis, geven een vreemde een kus, werken op kantoor, hebben koorts, missen hun aansluiting met de trein en krijgen een spuitje van de dierenarts. Soms zijn ze hun verlangens niet de baas, op andere momenten worden ze overvallen door een plotse herinnering.

Pioniers beschrijft de momenten waarop hun levens een wending nemen, of heel even hun betekenis bloot lijken te geven, wanneer alle mogelijkheden zich kort openbaren, om daarna weer netjes in het gelid te lopen van de alledaagse realiteit. De roman vraagt zich af: wat kunnen we met deze momenten doen? En wat betekenen ze voor onze levens?

Met Pioniers gebruikt Jeroen van Rooij het gereedschap van een science fiction-auteur om een realistische roman te maken. Het resultaat is even herkenbaar als speculatief en even persoonlijk als ontwrichtend, een korte roman die lang in de herinnering blijft rondspoken.

Pioniers verscheen bij het balanseer.

Anne van den Dool op DWB.be: ‘Medicijn tegen plothonger‘.

Met Marnix Verplancke sprak ik onder meer over boter, in Knack.

Bart-Jan Claus op Mappalibri: “Met Pioniers heeft Van Rooij geweldig proza geschreven, niet geweldig gemakkelijk maar wel geweldig belangrijk. Hij neemt wat mij betreft plaats in een rijtje van pioniers, die in de hedendaagse roman nieuwe gebieden bloot willen leggen.” Lees hier de hele bespreking.