Pioniers

Pioniers is een roman over een vrouw, een man, een hond en twee kinderen. Ze vieren hun verjaardag, gaan op reis, geven een vreemde een kus, werken op kantoor, hebben koorts, missen hun aansluiting met de trein en krijgen een spuitje van de dierenarts. Soms zijn ze hun verlangens niet de baas, op andere momenten worden ze overvallen door een plotse herinnering.

Pioniers beschrijft de momenten waarop hun levens een wending nemen, of heel even hun betekenis bloot lijken te geven, wanneer alle mogelijkheden zich kort openbaren, om daarna weer netjes in het gelid te lopen van de alledaagse realiteit. De roman vraagt zich af: wat kunnen we met deze momenten doen? En wat betekenen ze voor onze levens?

Met Pioniers gebruikt Jeroen van Rooij het gereedschap van een science fiction-auteur om een realistische roman te maken. Het resultaat is even herkenbaar als speculatief en even persoonlijk als ontwrichtend, een korte roman die lang in de herinnering blijft rondspoken.

Pioniers verscheen bij het balanseer.

Anne van den Dool op DWB.be: ‘Medicijn tegen plothonger‘. “Dit verhaal laat zich samen met de lezer verzinnen, zoals een inkleuroefening als een gezamenlijk kunstwerk kan voelen. Met Pioniers leverde Van Rooij een roman af van een ingehouden schoonheid, die de pracht van het alledaagse in het volle licht zet.”

Met Marnix Verplancke sprak ik onder meer over boter, in Knack.

Bart-Jan Claus op Mappalibri: “Met Pioniers heeft Van Rooij geweldig proza geschreven, niet geweldig gemakkelijk maar wel geweldig belangrijk. Hij neemt wat mij betreft plaats in een rijtje van pioniers, die in de hedendaagse roman nieuwe gebieden bloot willen leggen.” Lees hier de hele bespreking.

Tim Donker (van Alles over boeken en schrijvers) is de koning van de onverwachte terzijdes. Hij heeft ook een stevige uitsmijter in petto: “En met Pioniers bewijst Jeroen van Rooij niet alleen hoe fenomenaal zijn schrijven is, nee, hij bewijst ook nog dit: deze schrijver heeft de dingen niet nodig om ze te zien – de dingen hebben hem nodig om gezien te worden.” Alles (maar dan ook echt alles) hier.

De bespreking van Christophe van Gerrewey in De Standaard (****) zit achter de paywall. “Weg van grote gebaren en spectaculaire verhalen, wordt de werkelijkheid van mensenlevens dichter, voorzichtiger en gefragmenteerd weergegeven.” En: “Pioniers is een roman die de ongeloofwaardigheid volledig uitbant in de hoop de kloof tussen lezen en leven te dichten.”

Sebastiaan Kort in NRC (***): “Niet alleen is een mens bij Van Rooij eerder speelbal dan gids, de mensen begrijpen elkaar of elkaars hoofd ook niet. Ja, soms even. Het zijn momenten waar ze zich aan vastklampen. Het zijn negen delen desoriëntatie en één deel hoop.”

Kris Velter op Tzum: “Met Pioniers heeft Jeroen van Rooij dan ook een krachtige en fascinerende roman geschreven die niet binnen de lijntjes kleurt.”

Christiaan Ronda maakt de (aanbevelenswaardige) Substack EKRITUUR. “De eerdere romans van Van Rooij […] waren al goed, maar met Pioniers heeft hij iets nieuws bereikt in het Nederlandstalige veld, iets uitzonderlijks. Een literatuur die intens gevoelig is en ‘een schatkamer van gezichtspunten van anderen’ laat zien, zonder sentimenteel te worden of wijsheden door de strot van de lezer te duwen én zonder wreed of emotieloos te zijn.” Hier helemaal te lezen (onderaan de nieuwsbrief).