De grass roots van Joan Franka

Toen ik voor de eerste keer beelden van Joan Franka zag, raakte ik daarvan in de war – terwijl ik over het algemeen niet gauw in de war raak van een beetje free play met signs and signifiers. Maar de hutspot van popculturele referenties die Indiana Joan bracht, daar kreeg ik een heel vreemde smaak van in mijn mond.

Her en der merkte iemand al op dat Franka een mannentooi droeg, met een jurk nota bene. Was het ook al iemand opgevallen dat die gedisneyficeerde Indiaan een liedje zong met duidelijke country-invloeden? Denk daar even over na en het wordt verdomd pijnlijk. Country is immers de muziek van de grass roots van de VS: de muziek waarmee de blanken hun band met het land bevestigen. Een country dat ze in hun bezit hebben dankzij de volkerenmoord op de Indianen. Trouwens, wat de fuck is een Indiaan eigenlijk? Een volk dat louter bestaat dankzij de blik van de overheerser: het waren de Europeanen die die naam gaven aan duizenden volkeren, verspreid over twee continenten. Zelfs het woord ‘Indiaan’ berust op de foute aanname dat men India gevonden had via een een Westelijke route.

Franka importeerde die treurig stemmende bende van culturele referenties naar haar thuisland en speelde ermee voor een publiek dat gekleed was in oranje en rood-wit-blauw en met Nederlandse vlaggen zwaaide. En daarmee moet Nederland zichzelf dus vertegenwoordigen op het Eurovisie Songfestival. Voor de rest van Europa.

Ayten Kalan (de geboortenaam van Franka) is van Turkse afkomst. Je zou zeggen dat dit haar wat gevoeliger had kunnen maken voor wat het betekent om je als culturele minderheid te willen uiten in een land waar een andere cultuur dominant is. Misschien identificeert ze zich daarom wel ‘de Indianen’. Maar als je zoals zij faux pas op faux pas stapelt, dan kunnen goede bedoelingen je niet redden.

Stel je het volgende eens voor. Je komt op YouTube een clipje tegen van een Japanse televisieshow. Een meisje in een lange, donkere jurk komt op. Ze draagt een Shtreimel en langs haar oren hangen twee lange pijpekrullen. Dan klinkt er marsmuziek. Het meisje begint te zingen, een liefdesliedje in het Duits. De mensen in het publiek zijn gekleed in het rood en wit en zwaaien enthousiast met de Japanse vlag. Later mag ze haar liedje nog een keer zingen in Singapore, en als het op TV komt denken de kijkers: ‘Goh, Japanse cultuur.’

Voor publiek dat iets meer weet van de geschiedenis van de Native Americans dan wat je leert uit Pocahontas, moet Joan Franka’s optreden er ongeveer zo uitgezien hebben. Diep triest om te denken dat dit optreden straks in heel Europa op televisie uitgezonden zal worden.